De conclusie is dat al het Nederlands radioactief afval in diepe kleilagen veilig kan worden opgeborgen. Om dat mogelijk te maken moet er nu al gewerkt worden aan een oplossing over honderd jaar via een proces waarin ruimte is voor wetenschappelijke, technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Onder voorzitterschap van Alex Brenninkmeijer werden tijdens de bijeenkomst zowel de technische als de maatschappelijke aspecten uit de onderzoeksresultaten gepresenteerd en besproken.
Het Nederlandse radioactief afval wordt op een veilige manier ingezameld, beheerd en gecontroleerd door COVRA. COVRA verwerkt het afval en slaat het ten minste honderd jaar op in bovengrondse gebouwen. Na honderd jaar is een deel van het afval nog steeds radioactief en moet voor lange tijd, deels voor meer dan honderdduizend jaar, daarom uit het leefmilieu en de invloedsfeer van de mens worden gehouden. Dit kan door het opbergen van het afval in de diepe ondergrond: eindberging. Nederland heeft diepe ondergrondse steenzout- en kleiformaties, die in potentie geschikt zijn voor het bouwen van een eindberging. De uiteindelijke keuze voor zout of klei is nog open. OPERA gaat nadrukkelijk niet in op de vraag waar de eindberging zal komen. De definitieve besluitvorming over eindberging zal rond 2100 plaatsvinden en eindberging is in Nederland voorzien in 2130.
Tijdens de bijeenkomst werden de twee eindrapporten van OPERA formeel aangeboden aan de opdrachtgevers, ANVS en EPZ. Het eerste rapport, de OPERA safety case, geeft een overzicht van de natuurwetenschappelijke kennis over eindberging in Nederland. Het beschrijft de technologische en geologische voorwaarden voor een veilige eindbergingsfaciliteit in de Boomse klei in Nederland. Die kennis kan ook weer gebruikt worden voor het opstellen van een Safety Case een eindberging in steenzout. Het tweede rapport, de notitie van de OPERA Adviesgroep, verkent het maatschappelijk proces dat moet leiden tot het uiteindelijke besluit over een eindberging voor radioactief afval. Het bevat aanbevelingen over de aard en de inhoud van dit proces, de timing, de te betrekken partijen, mogelijke oplossingsrichtingen voor gesignaleerde knelpunten en de communicatie hierover met de belanghebbenden waaronder het publiek. Beide rapporten zijn de eindrapporten van het onderzoeksprogramma, maar vormen ook een basis voor vervolgonderzoek. Op de bijeenkomst werden daarom niet alleen de resultaten gerepresenteerd maar ook besproken met de deelnemers in interactieve sessies. Een publiek verslag van de bijeenkomst komt beschikbaar. De OPERA rapporten zijn nu al beschikbaar op de website van COVRA.