“Vooral landen met beperkte nucleaire activiteiten zien een ‘multinationale’ berging van kernafval wel zitten. België zou er de miljarden-factuur voor zijn kernafval mee kunnen verlichten. Het kreeg amper aandacht, maar staat wel degelijk in het Koninklijk Besluit dat de federale regering november nam over het beheer van het meest risicovolle kernafval in ons land dat honderdduizend jaren geïsoleerd moet worden van mens en milieu – het zogeheten B- en C-afval. Als dat afval diep onder de grond wordt geborgen, waaraan in het KB de voorkeur wordt gegeven, is het niet uitgesloten dat dit in het buitenland zal gebeuren. Of, omgekeerd, dat België ook buitenlands afval zou bergen. Overigens is dat laatste al afgesproken, zo zal ons land zich ontfermen over een zeer kleine hoeveelheid langlevend kernafval uit Luxemburg.
… Een gedeelde of ‘multinationale’ berging kan heel wat voordelen hebben tegenover afzonderlijke, nationale oplossingen. ‘Het is niet alleen interessant om financiële redenen (zodat de enorme kosten van diepe berging gedeeld kunnen worden, red.) maar ook technisch-wetenschappelijk’, zegt Ewoud Verhoef, adjunct-directeur van COVRA (de Nederlandse tegenhanger van NIRAS) en voorzitter van ERDO.”
Lees het volledige artikel op: www.Standaard.be/cnt/dmf20230129_98114796.